Scoutcentrum Utrecht

< terug

1980

1955

Er werden o.a. inleidingscursussen gegeven. Een fraai geïllustreerd blad uit 1955 laat weten wie de leiding had.

Aan de suikerzakjes hebben we allemaal veel herinneringen, ontelbaar zijn de kopjes koffie en thee die in het Scoutcentrum Utrecht geschonken werden.

1952

Het hoofdkwartier krijgt de naam “Huize Witteveen”. Op 17 september 1952 is de opening van het Jansveld voor NPV, KV, NPG en NG.

De vier verenigingen krijgen ieder een eigen kamer en beneden is er de ScoutShop en een grote zaal. Het echtpaar familie van Nimwegen zwaait er de scepter en woont er ook. Later komt de familie van der Voort.

“Utrecht is sinds gisteravond een prachtig jeugdhuis rijker geworden. Na maanden en maanden van gestaag arbeiden is het voormalige Zendingshuis op het Jansveld 51 als het ware omgetoverd in een Padvindershuis, dat – naar de Hoofdcommissaris van de Ned. Padvinders Ver.

in z’n speech tijdens de openingsplechtigheid o.m. opmerkte – in Nederland heel moeilijk z’n weerga zal vinden.

Huize Witteveen is genoemd naar grondlegger de Stichting “Utrechtse Padvindershuis” en met name haar voorzitter de heer G. Witteveen, kan met voldoening terugzien op een werk, dat eigenlijk voor de gehele Nederlandse padvinderij zijn betekenis heeft. Immers dit huis is meer in het bijzonder bedoeld als geestelijk trainingscentrum voor leiders en leidsters, ook al impliceert dit natuurlijk niet, dat het niet zijn goede diensten kan bewijzen voor het district Utrecht als hoofdkwartier.

In zijn openingsrede voor enige honderden genodigden vertelde de heer Witteveen eerst iets over de wordingsgeschiedenis en hij herinnerde vooral aan de in wezen miserabele huisvesting uit vroegere jaren. In de Kruisstraat ging het al beter, vooral ook omdat er onderling zulk een goede geest heerste, doch thans mag men dit huis zien als de bekroning van een jarenlang zoeken naar een geschikt hoofdkwartier. (Ook al is er nog steeds veel geld nodig, zoals de voorzitter zeide).

Mevr. Moll v. Charante-Jager was de eerste, die voor het Ned. Padvinders Gilde de sleutels aanvaardde en die beloofde uit dank hier werkkracht en liefde tegenover te stellen.

Aalmoezenier Rohlink namens de VKJB was de tweede en hij bood als contrageste een smeedijzeren lantaarn (van Harry de Groot) aan, de hoop uitsprekend dat men in gezonde rivaliteit elkaar tot hogere prestaties zou opstuwen.

En de laatste sleutelontvanger was hopman H. M. Rozendaal, die ervan gewaagde, hoe de plaatselijke commissie “geschrokken was van de van zovele kanten ontvangen goodwill”. Zijn het 150 of 200 schenkers geweest, spreker weet het niet precies. Hij noemde de heer Witteveen de padvindersvader van Utrecht en bracht hem en Henk v. Ameyden in het bijzonder dank voor het vele goede werk, verricht voor de gemeenschap. Hier kan goed jeugdwerk worden verricht, aldus de districtscommissaris, en we zullen het doen ook.

In het bijzonder mag nog worden geprezen het werk van hopman H. Veenstra.

Dit huis, zo besloot de heer Roosendaal, moet krachtig van binnen en krachtig naar buiten zijn. Aan mevr. Witteveen bood spreker een grote fruitmand aan, die deze op haar beurt weer offreerde aan Mevr. v. Ameyden.

Nadat mevr. v. Nispen-v. Wely, van het NPG de heer Witteveen het Vriendschapsteken had opgespeld, bracht de H.C. Mr Ravesloot in het bijzonder hulde aan hopman Rozendaal. Spreker bood voor het huis twee foto’s in lijst aan.

Dr K. J. Brouwer, sprekende namens de Raad voor de Zending der Herv. Kerk, hoopte, dat er uit dit totaal vernieuwde huis dezelfde stroom van zegen zou mogen uitgaan als dat in vroegere jaren het geval was.

En tenslotte sprak burgemeester De Ranitz er zijn vreugde over uit, dat er in Utrecht weer een huis voor de jeugd is bijgekomen en hij deelde namens de Utrechtse padvinders mede, dat dit huis genoemd wordt naar de grondlegger: Huize Witteveen.

Hierna onthulde mevr. De Ranitz-de Brauw een bronzen plaat, waarop de naam Witteveen is ingegrift, uit dank voor het grote werk, dat de heer Witteveen voor de Utrechtse padvinderij heeft gedaan.

Huize Witteveen bestaat uit drie verdiepingen. Beneden bevinden zich de ScoutShop, de administratie en de toneelzaal (de architect van het geheel was de heer P. v. d. Ward), op de eerste verdieping zijn ingericht een Gildewinkel, kamers voor de commissarissen en de leiders en leidsters, als mede een besprekingskamer, terwijl op de zolder, naast ook weer enige besprekingskamers, een trainingsruimte is ingericht, echt op zijn padvinders, met een kompas op de vloer, een Kajuit voor de zeeverkenners en „hoeken” voor de welpen, verkenners en voortrekkers.

In het bijzonder noemen we nog de prachtig gemetselde schouwen in de leiderskamers, waar open haardvuren de herinnering aan kampvuren levendig kunnen houden, een alleraardigste totempaal bij de trap en een bijzonder fraai raam, waarop (zandgespoten) een afbeelding van St. Joris de draak dodende.

De vele genodigden hebben tot slot van de plechtige opening een rondgang gemaakt door het gebouw.

Foto UN v. d. Werf

De bronzen plaat in de muur van de gang is zojuist door mevr. De Ranitz-de Brauw onthuld. Op de foto v.l.n.r. mevr. De Ranitz-de Brauw, de heer G. Witteveen, de heer H. M. Rozendaal. Aalmoezenier G. Witteveen, mevr. Moll van Charante-Jager, burgemeester De Ranitz en mevr. Witteveen.

Bladzijde uit het gastenboek.

Een hoekje van het stijlvol ingerichte modeltroephuis der V.K.J.B. op de zolderverdieping. Een prachtige totempaal staat bij de toegang tot de eerste etage. De zolder werd het Hoofdkwartier van de KV. Hier waren mooie houtsnijwerken.

1951

Erevoorzitter van het District, Burgemeester De Ranitz houdt in de krant een warm pleidooi voor dit evenement.

Op 22-23 en 24 november 1951 is er op het Vredenburg een actie om geld in te zamelen voor het nieuwe Districtshoofdkwartier.

Zoals het pamflet laat zien is men op zoek naar een nieuw Padvindershuis. Men koopt het Zendingshuis aan het Jansveld 51.

De koop is mede mogelijk door de opbrengsten van de Schouwburgshows en de Stadsspelen, maar er is nog niet genoeg geld bijeengebracht. Voor de inrichting wordt een “Padvinders-jaarmarkt” op het Vredenburg gehouden.

Op het hek komt later “De Bijenkorf”. Het bord is bewaard gebleven en staat op de zolder van het huidige Scoutcentrum aan de Verlengde Hoogravenseweg 150 A.

1920

Kromme Nieuwegracht 45

De troepen openen 20-10-1920 een eigen hoofdkwartier op de Kromme Nieuwegracht 42. Van hieruit wordt alles geleid. Alle troepen zijn hier thuis en hier zijn ook de bestuurs- en leidersbijeenkomsten.
Het pand is in 1936 verkocht voor fl. 4.000, -.