< terug
Prins Hendrik is van 1901 tot 1934 de echtgenoot van koningin Wilhelmina.
Door zijn invloed waren veel leidinggevende bij scouting afkomstig uit het leger.
Prins Hendrik had grote belangstelling voor het sociale en economische leven in Nederland.
Hendrik bekleedde diverse erefuncties in het leger. Hij werd in 1901 tot schout-bij-nacht en generaal-majoor à la suite benoemd, in 1904 tot viceadmiraal en luitenant-generaal. Hij had weliswaar zitting in de Raad van State, maar werd door zijn gemalin buiten alle politieke aangelegenheden gehouden.
Hij zorgde voor de fusie op 11-12-1915 van de twee toenmalige scouting organisaties, De Nederlandsche Padvinders Organisatie en De Nederlandsche Padvinders Bond, en werd vervolgens Koninklijke Commissaris van de vereniging De Nederlandsche Padvinders.
In 1920 vraagt hij J.J. Rambonnet om voorzitter van de vereniging De Nederlandsche Padvinders (NPV) te worden.
Verder was hij voorzitter van Het Nederlandse Rode Kruis en vervulde hij andere maatschappelijke functies.
In 1928 opende hij de Olympische Spelen in Amsterdam.