Scouting Flevogroep

< terug

IN BEWERKING

Opgericht

In 1937.

Bijzonderheden

Opgericht als watergroep met alleen padvindsters, in 1937 door Ivag, Mevrouw Redeke-Hoek.

Locatie

1976Oude Liesbosweg.
1972Borstelfabriek Burg Norbruislaan 31.
1950Troephuis/wachtschip ‘Albageus’ Oudegracht.
1939 Werf ‘van Manta’ in Tienhoven.
1937Kelder Twijnstraat.


In 1972 hadden ze een clubhuis aan de Norbruislaan, dat meerdere malen in de brand is gestoken.

Einde


In 1976 is de groep opgegaan in de Wilhelminagroep.

Meer informatie

1972

Vlucht voor vernielzucht.

Het is voor de Utrechtse Vrouwelijk Waterpadvinders niet langer mogelijk om in het troephuis aan de Norbruislaan te blijven. De vrouwelijke padvinders, twintig junioren en zeven senioren, zijn nu opzoek naar een ander onderkomen.

De reden dat de groep het gebouw aan de Norbruislaan verlaten moet is volgens de hoofdleidster de toenemende vernielzucht van een aantal vandalen, de laatste jaren werden regelmatig inbraken gepleegd en werd het interieur vernield. Onlangs werden zelfs de boten door deze onverlaten onderhanden genomen. Het kost de padvinders niet alleen erg veel tijd – die beter besteed kan worden – om de ravage op te ruimen maar ook handen vol geld om alles wat kapot gemaakt is weer te vernieuwen.

Volgens de hoofdleidster Miriam Redeke, staat de politie machteloos. Een oogje in het “zeil” houden is moeilijk omdat het troepenhuis welhaast ontoegankelijk is voor de auto. Het enige dat men kan doen is surveilleren aan de overkant van de Vecht.

De padvinders zouden met een nieuw onderkomen uit de brand zijn. Het gaat dan alleen om een nieuw gebouw, een plaats voor de boten is al gevonden. Personen – oud padvinders – die een ruimte weten voor deze vrouwelijke padvinders kunnen een briefje sturen aan M. Redeke, St Paulodreef 7.

Utrechts Nieuwsblad 1972.

1967

Ouderavond Flevogroep. Leidsters Liesbeth Redeke, Betty Hamminga, van de Haar en van de Broek.

1961

In 1961 werd er aan wedstrijden meegedaan door ‘De Albatros’ met kapitein E. Hamminga en de ‘Piet Hein’ met kapitein A.L. Marree.

1950

Het Flevo vendel kreeg in 1950 een nieuw troephuis/wachtschip ‘Albageus’ aan de Oudegracht.

Het troephuis/wachtschip werd geopend door de vrouw van de burgemeester Mevrouw De Ranitz.

1949

Foto’s van koningin, prinsessen en MOVAVEDO(lady BP) in Baarn

1948

In 1948 waren de namen van de vletten ‘de Borneo’, later ‘IVAG’ (ik vaar altijd goed) en de ‘TONO’ (top nooit).

1947

In 1947 is de groep ook een landgroep.

1943

In haar vrije tijd was Lies pionier bij de Spido groep van het NPG. Na het verbod op Scouting op 02-04-1941 bleef ze met haar mede-pioniers illegaal samen komen. Op 22-02- 1943 werden ze samen met hun leidster gevangen genomen en vastgehouden. Tijdens het verblijf in de kelder van het politiebureau in Rotterdam hernieuwden ze hun padvindstersbelofte en maakten een gedicht. Ze werden een week later op 27-02-1943 weer vrijgelaten maar hun leidster Agatha Gijzen–Henal moest twee weken langer blijven zitten.

1942

Lies haar broer Hans ging varen bij de KPM. Hij werd in 1942 door de Japanners geëxecuteerd omdat hij met collega’s had geprobeerd hun schip te saboteren om te voorkomen dat het in handen van de Japanse bezetter viel.

1939

In 1939 wordt de naam Flevogroep gekozen nadat de meisjes het zomerkamp hadden op de woonboot ‘De Flevo’.

1937

Lies en haar moeder Julie hebben in 1937 samen de Flevo-groep opgericht in Utrecht, een groep voor Waterpadvindsters.
Lies was niet alleen leidster, maar werd ook districtscommissaresse en assistent hoofdcommissaresse van gewest Rotterdam.

1934

In 1934 werd de Tono-groep in Rotterdam heropgericht als landgroep voor meisjes, ook nu als onderdeel van Het Nederlandse Padvindstersgilde.

1933

Vaartocht van Lord and Lady Baden Powell en andere stafleden van scouting in Engeland langs de scouts in noordwest Europa.
Gevaren werd met de s.s. Calgaric. Een cruiseschip van 168 meter lang.
Bij het bezoek aan Nederland, heeft Julie Redeke-Hoek een grote rol gespeeld.

De collectie van het museum heeft de volgende objecten.

  • Een boek: The Cruise of the Calgaric uit 1933 over een vaartocht van Lord and Lady Baden Powell en andere stafleden van scouting in Engeland langs de scouts in noordwest Europa. Daarin een verslag van het bezoek aan Nederland, waarbij Julie Redeke-Hoek een grote rol heeft gespeeld.
  • Mét daarbij de originele getekende bedankbrief van Lady Baden Powell aan Julie Redeke-Hoek.

1926

1923

Julie was rond 1923 secretaresse en daarna hoofdkwartierscommissaresse van Het Nederlandsche Meisjesgilde. In 1933 wordt ze opgevolgd door Eva de Koning-Uden Marsman.

1921

Toen Lies naar Rotterdam verhuisde, heeft ze in 1921 in Schiedam de Tono-groep opgericht als groep van Het Nederlandse Padvindstersgilde. Deze groep was een waterscoutinggroep voor meisjes. De groep was echter geen lang leven beschoren en ging op in een groep in Rotterdam.

1920

In Den Helder had haar moeder Julie Laurence Redeke-Hoek in 1920 een groep waterpadvindsters opgericht, de huidige Scouting Inka-groep.
Verder was ze betrokken bij de Helderse groep De Jutters.

Lies en haar broers en zus waren actief binnen Scouting.

Denkdag

Op de verjaardag van de oprichter was het gebruikelijk om elkaar een denkdag kaart. te sturen.

Hierna enkele voorbeelden.

Liesbeth Redeke

Kleindochter van Julie, Liesbeth Redeke (1947), was van 1955 tot 1976 lid, leiding en van 1973 tot en met 1976, de laatste kapitein van de Flevogroep.

Liesbeth Redeke was eerst Boots, later Kap. Bij de Flevogroep.
Haar zussen (Hermine, Miriam en Saskia) waren allemaal op enig moment ook lid van de Flevogroep, en Miriam, Saskia en Liesbeth ook leidster. Saskia maakte de fusie met de Wilhelminagroep mee.

Liesbeth Redeke is na haar activiteiten voor scouting en pensionering als huisarts secretaris bij stichting Quality Centre Malawi.

De collectie van het museum heeft de volgende objecten.

  • Artikelen van een jaar in Canada, waar Liesbeth actief werd bij de girl scouts en deelnam aan de Girl Scouts Jamboree in 1967.
  • Van die Jamboree ook een kampvuurdeken met internationale insignes.
  • Enkele speldjes, een geborduurd boekomslag en een ketting.
  • Een wandkleed van de girl guides uit Ierland.

Johanna Elizabeth (Lies) Redeke (17-01-1903-22-10-1973)

Lies Redeke was directrice van de Rotterdamse Huishoudschool en bestuurslid van het Nederlandse Padvindstersgilde.

De gildenaam van Lies was TONO = Tob Nooit.

Lies was de dochter van Heinrich Carl Redeke en Julie Laurence (Liesbeth) Hoek. Ze had twee broers, David en Hans, en een zusje Pauline.

Lies wilde na het behalen van haar HBS een studie Indische bosbouw of medicijnen gaan doen. De eerste studie ‘was niets voor een meisje’ en voor de tweede was ze te jong. Daarom ging ze studeren aan de huishoudschool in Amsterdam en specialiseerde zich in gezondheidsleer. In 1923 werd ze benoemd als lerares aan de Rotterdamse Huishoudschool.

In de oorlog werd ze waarnemend directrice van de huishoudschool, omdat de directrice joods was. Maar ze moest hiermee stoppen omdat ze deelnam aan bijeenkomsten van padvindsters, door toedoen van de voorzitter van het bestuur die een NSB-er was.
Met lesgeven op diverse andere scholen is ze de oorlog doorgekomen. Op een gegeven moment kwam ze in contact met het verzet. Ze heeft koeriersdiensten verricht voor verzetsgroepen in Schiedam en Breukelen. Na de oorlog is ze benoemd als directrice van de Rotterdamse Huishoudschool. In 1968 ging ze met pensioen. Ze is op 22-10- 1973 overleden in Utrecht.

Geboorteplaats: Den Helder.
Overlijdensplaats: Utrecht­.

Julie Laurence Redeke-Hoek (30-03-1880- 04-02-1969)

Julie was de moeder van Lies, Pauline, Johan en David. Al haar kinderen waren lid van de padvinderij.

Julie was Padvindster. Haar gildenaam was IVAG = Ik Vind Alles Goed.

Geboorteplaats: Leiden.
Overlijdensplaats: Amsterdam.