Katholieke groepen
Al vroeg zijn er naast de NPV ook groepen die aangesloten zijn bij de Katholieke Kerk.
Janus Oomen en Naud Crebolder zijn twee leraren van het katholieke St. Bonifatiuslyceum. Nadat ze met zeven jongens naar Corsica zijn geweest, (na het behalen van hun lyceumdiploma in 1927) beginnen ze met een voortrekkersstam.
De eerste bijeenkomst is 23-03-1928.
De stam komt in 1928, nadat er vanuit de kerk toestemming was voor een KV-groep. De stam bestaat tot 1951.
De stam wordt lid van de NPV en wordt ingeschreven als stam/groep 8 NPV-afdeling Utrecht.
De stam neemt in zijn geheel deel aan de Gilwell cursus in Ommen in 1928.
De meesten van hen zijn later hopman geworden bij een groep.
Katolieke verkenners
Katholieke verkenners komen ook in 1928. De 1e Katholieke troep in Utrecht wordt opgericht 23-03-1928 als de Charles de Faucouldgroep.
De eerste bijeenkomsten zijn bij de hopman aan huis.
De eerste verkenners worden geïnstalleerd in april 1929, na goedkeuring van het Diocese. Tot 1930 zijn er geen bijzondere insignes. De groep is tot 1937 aangesloten bij de NPV (als groep 8).
In 1928-29 krijgt men de beschikking over de zolder boven het centraal magazijn van de Vincentius vereniging aan de Mariaplaats.
De Franciscus troep volgt weldra onder leiding van P. Ausems en H. ten Berg. De Tarcisiusgroep met hopman N. Crebolder en H. Smits als vaandrig. De troep van het Bonifatius Lyceum, behorende bij de Charles de Foucauldstam.
Padvindsters
In 1929 is Co Mulder leidster en ook Friedel Reupsch wordt geïnstalleerd. De groep wordt gesplitst in verband met het ledenaantal en groep II ontstaat.
In 1929 organiseert de meisjesgroep Groep III een wandeltocht op 29 oktober.
De meisjesgroep Groep I heeft in 1928 contact met de familie van Vollenhove die Fulnaho (een buitenverblijf) bezit in Den Dolder. Een terrein dat de meisjes als hun buitenterrein zien en waar ze naar toe fietsen voor het middagprogramma.
Alle meisjesgroepen zijn lid van de Nederlandse Meisjes Gilde. Zij hebben een achtpuntige ster, die verwijst naar de acht punten van de wet. Deze wet wordt gebruikt tot 1936.